Onder mij

Sunday, December 09, 2007

Tantalus met zout

Het ging niet meer. De prins was op. Goede vrienden blijven was ok, maar het ging niet weg met het omdraaien van een knop, zelfs niet met de tijd.
Na veel gepraat vroeg de prins haar vreemd genoeg toch nog mee naar de bioscoop. En zij zei 'ja'. Dat doen goede vrienden en vriendelijke prinsessen nu eenmaal. En de prins hoopte nog steeds dat ze zijn prinses zou worden.
Maar de prins voelde naast de vriendschap hoe langer hoe meer de pijn. De pijn van kijken maar niet aanraken. Alsof Tantalus hem wilde laten voelen wat hij eeuwen moest trotseren, zijn kwelling. De blijdschap, het verlangen bij het zien, en de waanzin bij het niet kunnen. Een wonde, elke lach een helende druppel en een korrel zout. Als hun wegen scheidden, wachtte hij vol ongeduld af op een bericht, op de volgende keer haar lach te zien, haar ademen te horen. Maar dat wachten beheerste zijn leven hoe langer hoe meer. Het wachten werd zijn leven, wachten met pijn op pijn. Hij wilde niet, maar kon niet anders.
Tot hij op een dag, in een helder moment begreep dat het niet verder kon. Hij begreep dat hij zichzelf zou moeten pijn doen om zich onnoemelijk leed te besparen. En dat deed hij. Hij reed voor een laatste keer naar het prinsesje, genoot van de weg en het gevoel in zijn buik, wetende dat dit de laatst zou zijn. Nu mocht hij er wel van genieten. Na vandaag was het toch gedaan. En een opluchting was het: zij gaf hem zijn tijd die hij wilde hebben en daarna zouden ze wel verder zien.
Terug aangekomen in z'n torenkamer voelde hij zich opgelucht. Hij kon eindelijk rust vinden. Rust, tot hij niet veel later van de prinses het bericht kreeg dat ze niet zeker was of ze de juiste beslissing genomen had. Een knak, alles begon te duizelen, het werd zwart.

Labels: ,

Tuesday, December 04, 2007

De prins in deze maatschappij

Eergister op de trein: 2 meisjes naast mij tegen elkaar: "Ik zou die jong zo hard slaan als ik zijn lief zou zijn en hij zo over mij zou praten.""Och, laat die toch, al de jongens zijn tegenwoordig zo."

Vandaag in de aula, rij achter mij: "Tja, gister nog dat meisje gezien, maar ze zei: sry, maar ik heb een ander.""Ja, da zijn de risico's van het vak.""Of heb je van die ene daar gehoord. Hij had twee jaar gewoon twee vriendinnen tegelijk. Daar heb ik nu eens repect voor."

Mijn hart bloedt bij het horen van al die dingen en luistert vol onmacht.
Dan denk ik bij mezelf: 'Waar zijn we mee bezig?'. Kan het niet anders, moet het echt zo? Als ik zo iets hoor voel ik me toch wel even slecht. Spijtig dat ze niet beter weten. Voor die twee meisjes vind ik het spijtig, voor de jongens eerder zielig. Hebben zij dan nog nooit gehoord van een prins op een wit paard of gewoon, van eergevoel of romantiek. Ik begrijp dat ze misschien liever iets stoerder hebben, maar eergevoel blijft er toch bij. Hopelijk vinden ze op een dag de verbeelding en het geluk en merken ze dat er meer is.

Praten helpt

Hoihoi,
het is ondertussen al meer dan een half jaar geleden sinds ik hier nog iets gepost heb. Ondertussen is er dan ook al heel wat gebeurd. Het belangrijkste dat ik in heel deze periode heb geleerd heb, leerde ik vorige week:
Praten helpt.
Je gevoelens over iemand tegen deze persoon in kwestie vertellen en er serieus over babbelen lucht op en kan enkel maar positief zijn voor je relatie. Zelfs al zijn deze gevoelens negatief. Ik heb bijna twintig jaar lang moeten wachten om dit te leren en ben er haar erg dankbaar voor. Hoewel het pijn deed, wat zij vertelde, niet hetzelfde voelen voor mij. En ik kon er mee leven, begreep haar. Of dat vertelde ik haar toch ten minste. Ik begreep haar ook wel en er mee leven kon ik ook, maar hoe dit voor haar overkomt, als: ik zal proberen niet meer verliefd te zijn, mijn gevoelens in de kiem te smoren en verder met jou te leven als een goede vriend, maar dat bedoelde ik niet. De dagen erna liep ik rond met de gedachte: 'wacht maar, de aanhouder wint'. Ik voelde me slecht en een leugenaar, respectloos. Ik voelde me niet enkel slecht omdat ik tegen haar een deel van de waarheid verzwegen had (zoiets zeg je immers niet), maar ook omdat de verliefdheid terug werd aangewakkerd ipv de kop ingedrukt. Zoiets maakt je gewoon gek, verliefd zijn, weten dat t niet beantwoord wordt en toch maar hopen. Maar ondertussen heb ik geleerd. Geleerd dat praten helpt en zij is een van de weinige met wie ik het kan. Zij leerde het me. Nu ben ik bang haar kwijt te geraken. Ik denk niet meer 'de aanhouder wint', maar: 'ik heb geluk gehad, ik heb er een goede vriendin bij' en na het omdraaien van deze knop, voel ik me een stuk lichter.